Basiskurs Deutsch A1-B1
Hier leer je de basis van de Duitse taal. Spreken, schrijven en grammatica.
Herzlich Willkommen!
Hier findest du allgemeine Informationen zum Kurs.
Hier vind je algemene informatie over de cursus
Versta je iets niet? Misschien helpt dit je verder.
DeepL - helpt je vertalen (met link)
Duden - het Duitse woordenboek (met link)
Begrüßung und Kennenlernen
Hier vind je de samenvatting voor het thema begroetingen als pdf
Was sagt man wann? Kennst du die richtigen Begrüßungen?
Er is nogal een verschil tussen Nederland en Duitsland en wie je formeel met U/Sie of informeel met je/du mag aanspreken. In deze les leer je de regels kennen. Aan jou de keuze in hoeverre je ze gaat toepassen.
Podcast A2 - voor gevorderde beginners
Wir lernen uns kennen und wiederholen die Verben in der ich / du / Sie / er und sie -Form.
Wij maken kennis met elkaar en herhalen de werkwoorden in de ik / je / U / hij en zij vorm.
A2- voor gevorderde beginners
Zeit für eine Vorstellungs-Runde, sodass wir uns besser kennenlernen können.
B1 - voor gevorderden
Sein & haben
In deze introductie laat ik je weten waarom het belangrijk is de woorden hebben en zijn goed te kennen.
Het begint allemaal met de twee simple werkwoorden haben (hebben) en sein (zijn). Hiermee kan je alvast een heleboel eenvoudige zinnen vormen.
Wij maken kennis met het gebruik van haben & sein in de persoonsvormen ich (ik) en du (je).
Je kent nu de woorden haben en zijn. Maar weet je ook wanneer je welk woord moet gebruiken? Hier kan je dit oefenen.
Wie schreibt man das? - Rechtschreibung
Ken je de Duitse letters en tekens? Hier leer je de uitspraak en spellen.
Welche Wörter schreibt man groß?
Welke woorden schrijf je met een hoofdletter?
Aktivitäten / Sport & Hobbys
Datum & Termine
In dieser Lektion lernst du Termine zu vereinbaren, verschieben und abzusagen.
Gestern - heute - morgen / die Zeiten
Präsens - Partizip Perfekt- Präteritum und Futur
Was ist was? Wofür werden Sie verwendet?
Können wollen oder müssen Sie? - die Modalverben
Grammatik-Besserwisser: Artikel & die 4 Fälle
Du lernst die drei Artikel der-die-das kennen. Wann wird welcher Artikel verwendet?
Ist es der, das oder die Artikel? Hier findest du Tipps zum lernen von Artikeln.
Gegenstände & Eigenschaften
Es ist der rote Schal. Aber ich möchte den roten Schal. Und mein roter Schal ist der schönste. Aber warum? In der dieser Lektion lernst du, wann sich Eigenschaften wie ändern.
Achtung! Diese Lektion ist für Fortgeschrittene! Du solltest bereits die Artikel und die 4 Fälle kennen.
Bestellen und/oder reklamieren
Feste / Feiern und Glückwünsche
Wo - woher - wohin? Verkehrsmittel Wege und Orte
Anweisungen Beschreibungen und Erklärungen
Hoe beschrijf je een handeling? In deze les leer je dit stap voor stap.
Smalltalk & Wetter
Diskussionen und Meinungen
Redewendungen & Umgangssprache
